- hoogte
- {{hoogte}}{{/term}}1 [algemeen]hauteur 〈v.〉2 [aardrijkskunde]altitude 〈v.〉♦voorbeelden:1 de hoogte van het bedrag • l'importance du montantde hoogte van de toren • la hauteur de la tour〈figuurlijk〉 zij zijn op dezelfde hoogte • ils sont au même niveauhij viel van grote hoogte • il est tombé de haut〈figuurlijk〉 tot op zekere hoogte • jusqu'à un certain pointde vijand bezette de hoogte • l'ennemi occupa la hauteur〈figuurlijk〉 iemand in de hoogte steken • porter qn. aux nuesin de hoogte • en hautde prijzen gingen in de hoogte • les prix étaient en hausseter hoogte van zijn schouders • à hauteur de ses épauleshij was erg uit de hoogte • il avait un air très hautain2 de hoogte van die berg is 1500 m • l'altitude de cette montagne est de 1500 mde hoogte van de waterspiegel • le niveau de l'eauop een hoogte van 7000 m • à une altitude de 7000 mter hoogte van Texel • à la hauteur de l'île de Texelter hoogte van Woerden • aux environs de Woerden¶ zich van iets op de hoogte stellen • se mettre au courant de qc.hij is er niet van op de hoogte • il n'est pas au courantiemand op de hoogte brengen • mettre qn. au couranthij kan daar geen hoogte van krijgen • il n'arrive pas à y voir clair
Deens-Russisch woordenboek. 2015.